Notice: Trying to access array offset on value of type null in /home/isinontwikkeling/public_html/hsk/wp-content/themes/hsk/template-parts/de vele gezichten/header-caroussel.php on line 34
Notice: Trying to access array offset on value of type null in /home/isinontwikkeling/public_html/hsk/wp-content/themes/hsk/template-parts/de vele gezichten/header-caroussel.php on line 36
"Ik zou het van harte toejuichen als heel BV Nederland meer gaat sturen op preventie."
Nadieh, accountmanager HSK


"Het risico om af te stompen en cynisch te raken is natuurlijk groot."
Dagmar, teamleider Meldpunt Kinderporno


"Een jaar lang werkte ik voor tien. Totdat ik op een dag een black-out kreeg."
Natasja, manager in de zorg


"Direct wisten we: de frontlinie-afdelingen krijgen zoveel te verstouwen."
Ramses, HR-manager Reinier de Graaf Ziekenhuis


"Hoe krachtiger je je in je hoofd voelt, hoe positiever je in het leven staat."
Mandy, manager vitaliteit & gezondheid bij Sanquin








"Als je tijdig stress herkent en bespreekbaar maakt, zijn er geen ingewikkelde interventies nodig."
Jurriaan, bedrijfsarts en wetenschapper


"Ik weet dat ik uit een ander vaatje kan tappen, dat van kracht. Dat is zo'n verrijking."
Lot, psycholoog bij HSK


“Topvoetbal was - toen nog meer dan nu - conservatief en macho.”
Jan, ex-profvoetballer en leiderschapscoach


“Een leefkrachtiger Nederland kunnen we alleen met elkaar bouwen.”
Maaike, senior adviseur Bedrijfszorg bij Menzis





"Als ik zo ongeveer moet janken van de stress, ben ik op mijn best."
Gregory, oud-topatleet en tv-persoonlijkheid


Gregory
Ik maak scherpe keuzes om mentaal sterk te zijn
Dé hordenloper van Nederland Gregory Sedoc (39) dankt alles aan zijn sport. Niet alleen de vele medailles en erkenning, maar vooral hoe hij in het leven staat: gefocust en met zorg voor zijn mentale kracht.
‘Ik zie me nog zitten in de trein van Londen terug naar Nederland. De Olympische Spelen 2012 zaten er net op, ik voelde me intens leeg en moe. “De druk is er af, ik ben aan vakantie toe”, dacht ik nog. Maar ik werd alleen maar neerslachtiger en kwam later zelfs mijn huis niet meer uit. Al mijn afspraken cancelde ik op het laatste moment, dat is zo tegen mijn natuur in. Ik wist: hier klopt iets niet, maar wat? Ik had geen idee. Uiteindelijk ging ik naar de sportarts; die schrok zich wild en stuurde me meteen naar de psychiater. Zijn diagnose: een depressie. Nooit zal ik vergeten wat hij me toen op het hart drukte: “Als je beter wilt worden, zal je andere keuzes moeten gaan maken”. Uiteindelijk heeft het vier jaar geduurd voor ik leerde te kiezen wat goed voor me is.’
“Wat mijn depressie betreft, ben ik gaan accepteren dat de ziekte bij me hoort. Anders dan vroeger doe ik geen loze beloftes meer; ik dring me niet meer in bochten om anderen te pleasen.” – Gregory
Opluchting
‘Want ja, ik was atleet in hart en nieren en leefde voor mijn sport. Ik moest en zou optimaal presteren. Hoe kon ik dat combineren met een depressie die altijd op de loer ligt? Omdat ik niet anders kende, ging ik hardnekkig door met wat ik al zo lang deed: tóch weer volop trainen voor de EK’s, WK’s en voor de Spelen in Rio de Janeiro. Maar alle inspanningen liepen uit op niets; ik kon het mentaal gewoon niet aan. In 2016 nam ik afscheid in Amsterdam. Met mijn zoontje op mijn arm werd ik door een bomvol Olympisch Stadion overladen met applaus. Een prachtig moment natuurlijk, maar wat me het meeste bijstaat, is de opluchting die ik voelde.’
Open
‘Opvallend is hoe snel ik daarna begon op te knappen. Er veranderde ook iets in mijn houding. Zo gaf ik een interview aan Helden Magazine, waarin ik besloot om open te zijn over mijn depressie. Dat leverde zoveel support op. Ook andere topsporters, zoals schaatser Stefan Groothuis, gingen hun ervaringen delen. Na jaren van schaamte, besefte ik: ik ben niet alleen; dit is een verhaal dat verteld moet worden, daarmee kan ik ook voor anderen iets betekenen. Wat ook hielp was mijn deelname aan het programma Expeditie Robinson. Het klinkt misschien gek, maar het was echt louterend voor mij om alleen op zo’n eiland door te brengen met niks – zonder drukke agenda, telefoon, afleiding. Ik kon alleen maar voelen, er was geen ontsnappen aan mezelf. Daar besloot ik mijn mentale gezondheid voortaan boven alles te zetten. En dat betekende: scherpere keuzes maken.’
Zelfreflectie
‘Sindsdien ben ik gaan leren leven met mijn depressie. Anders dan mensen weleens denken, is het niet iets dat je fikst met even rust en leuke dingen doen. Het is een ziekte die nooit meer weggaat en de impact is voor iedereen anders. Hoe kan ik er in het dagelijkse leven het beste mee functioneren? Dat ben ik gaan uitzoeken door te ervaren en te analyseren: dit doe ik, wat gebeurt er, wat voel ik en hoe kan ik dat veranderen?
Net als ik gewend was tijdens mijn sportleven eigenlijk. Ik weet nog dat ik, toen ik de top bereikte en alle nanoseconden gingen tellen, een sportpsycholoog in de arm heb genomen. Door zelfreflectie ontdekte ik samen met hem hoe ik in een stadion vol reuring het beste mijn focus kon behouden tijdens de megakorte sprints. Wat bleek? Als ik zo ongeveer moet janken van de stress, ben ik op mijn best, ik heb die druk gewoon nodig. Van dat inzicht heb ik nog steeds profijt, zowel in mijn werk voor de politie als voor tv (zie kader). Bij dreiging uit onverwachte hoek staat mijn reactievermogen acuut op scherp. En moet een programma er in één take op? Geen probleem, in no time ben ik maximaal gefocust. Hoe ik in het leven sta, dank ik aan mijn sport; ik heb zoveel over mezelf geleerd.’
Duidelijkheid
‘Wat mijn depressie betreft, ben ik gaan accepteren dat de ziekte bij me hoort. Anders dan vroeger doe ik geen loze beloftes meer; ik dring me niet meer in bochten om anderen te pleasen. Ik zorg voor mezelf door mijn omgeving duidelijkheid te verschaffen: dit kan wel en dit kan niet. Ik plan mijn dagen en weken zorgvuldig, daar ben ik hard in geworden. Zo zijn maandag en dinsdag voor de politie, dan ben ik niet beschikbaar voor andere dingen. Mijn kinderen weten: woensdag en zondag is papa er helemaal voor ons, op andere dagen is papa aan het werk. Het was best even wennen hoor, om het zo aan te pakken en me uit te spreken. Maar ik merk hoe structuur me goed doet. Ook mijn omgeving trouwens, want mensen weten precies wat ze aan me hebben.’
Zelfzorg
‘Verder ben ik alert op de signalen en grijp in als dat nodig is. Dat luistert nauw, ook nu in coronatijd. Ik heb beweging nodig voor ontspanning, creativiteit en rust in mijn hoofd. Waar haal ik die vandaan nu we allemaal zoveel thuis zijn en werken? Daar zorg ik heel bewust voor. Ik wandel veel, ook met collega’s. De overleggen met mijn regisseur, bijvoorbeeld, plannen we tegenwoordig altijd ergens buiten. Zo hebben we toch nog een ritje naar een afspraak, persoonlijk contact en komen we van de bank af. Het zijn kleine stapjes, maar alleen al het feit dat ik zelf de regie neem en voor mezelf zorg, beïnvloedt mijn mentale kracht enorm.’
Na een hordeloopcarrière vol medailles, nam Gregory Sedoc (1981) in 2016 afscheid van de topatletiek. Hoogtepunt was zijn winst op de 60 meter tijdens de Europese indoorkampioenschappen van 2007 in Engeland. Zijn sport heeft hij altijd gecombineerd met diverse opleidingen, waaronder de hotelschool en de politieacademie. Jarenlang was hij daarna in dienst bij Defensie, inmiddels werkt hij als politieagent in de Haagse Schilderswijk. Met zijn deelname en presentatie van programma’s als Expeditie Robinson, Sportlab Sedoc en – nu – Knappe Koppen, heeft hij bovendien een flinke naam als tv-persoonlijkheid opgebouwd. Dit voorjaar verscheen zijn boek Rennen met Gregory Sedoc.
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Pushen motiveert niet tot verandering, zelf laten ontdekken wél
Coronatijd of niet, veranderen is het ‘nieuwe normaal’ geworden in organisaties. Dus hoe wendbaarder medewerkers zijn, hoe beter. Op welke manier kun je hen daar als HR-professional en bedrijfsarts in begeleiden? Motiverende gespreksvoering biedt uitkomst, aldus psycholoog en trainer Ellis Baron.
‘In mijn eerste jaren als psycholoog ontdekte ik hoeveel inhoudelijke kennis ik had om mensen te helpen, maar dat ik ze daarmee niet per se in beweging kreeg. Als je iemand wil motiveren om te veranderen, is de verleiding groot om snel in oplossingen te schieten of te sturen. Ik was dan ook blij toen ik kennismaakte met Motiverende Gespreksvoering, waar ik sinds 12 jaar trainingen in geef. De methode maakt gesprekken dynamisch en biedt handvatten om mensen zélf te laten uitvinden waarom zij zouden veranderen. Je gidst in plaats van stuurt. De HR-professionals en bedrijfsartsen die ik samen met HSK train, reageren vaak blij op die ontdekking. “Je hoeft niet te pushen, trekken of sleuren. Dat maakt het werk zoveel leuker”, constateren zij dan.’
“Iemand die zichzelf positief hoort spreken over een verandering en over zijn capaciteiten om deze tot een succes te maken, raakt onmiddellijk meer gemotiveerd.” – Ellis
Verandertaal ontlokken
‘Want of je nu de hulpverlener bent of de cliënt die begeleid wordt, veranderen is voor iedereen lastig. Het kost moeite om uit oude patronen te stappen en nieuw gedrag te ontwikkelen en vol te houden. Tegelijkertijd brengt vernieuwing ook altijd kansen en verbeteringen met zich mee. De kunst is om uit te vinden welke daarvan het meeste motiveren om daadwerkelijk in beweging te komen. Natuurlijk wil een medewerker die door ziekte tijdelijk niet kan werken weer aan de slag, maar ondertussen denkt-ie ook: voel ik me wel goed genoeg, kan ik het aan? Dat wikken en wegen tussen de voors en tegens van een verandering wordt ook wel ambivalentie genoemd. En dat is precies de fase waarin je als bedrijfsarts of HR-professional zoveel kunt betekenen via Motiverende Gespreksvoering. Door open vragen te stellen en reflecterend te luisteren, probeer je aan de cliënt “verandertaal” te ontlokken, gericht op mogelijkheden en sterke kanten. Ik vind het altijd weer bijzonder om te zien welk effect dat heeft. Iemand die zichzelf positief hoort spreken over een verandering en over zijn capaciteiten om deze tot een succes te maken, raakt onmiddellijk meer gemotiveerd.’
Achterover leunen
‘Maar zo makkelijk als het nu misschien klinkt, zoveel oefenen is het in de praktijk om de vaardigheden van Motiverende Gespreksvoering onder de knie te krijgen. Ook in de trainingen voor HSK merk ik dat het de grootste valkuil is om te snel in actie en advies te schieten. Zo van: dit en dat moet je doen en dat gaan we zo aanpakken. Dat zit nu eenmaal ook in de mens, we willen zo graag helpen en denken te weten hoe het moet. Iemand zei laatst in een training: “In de hectiek van alledag vergeet ik soms te luisteren en reageer te snel, waardoor gesprekken vastlopen. Maar als ik achterover leun en de goede vragen stel, bereik ik veel meer”. En zo is het precies. De clou van motiveren is zelf laten ontdekken, dat constateerde filosoof Blaise Pascal eeuwen geleden ook al: “Mensen worden in het algemeen eerder overtuigd door de redenen die ze zelf hebben ontdekt en opgesomd, dan door de redenen die door anderen genoemd worden”.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Als je weet wat goed voor je is, ben je krachtiger
Of je nu jong, oud, ziek of gezond bent: er is altijd iets dat je energie geeft en je sterker maakt. De kunst is om dat uit te vinden en te benutten, stelt Maaike Fischer van zorgverzekeraar Menzis. ‘Zodat je positiever en krachtiger in het leven staat’.
‘Met alle ongemak van deze coronatijd, zie je extra duidelijk hoe belangrijk het is om fysiek en mentaal fit te zijn. Hoe blijf je op de been wanneer je thuiswerkt met een heel gezin, je je baan dreigt te verliezen of bang bent om ziek te worden, bijvoorbeeld? Dat is voor iedereen anders. Waar de een opveert van een goed gesprek of sport, tankt de ander bij van een uitgebreide kooksessie of een spannend boek. De kunst is om uit te vinden wat voor jou werkt en daar alert op te zijn. “Leefkracht” noemen we dat bij Menzis. Hoe beter je die bij jezelf herkent en weet te benutten, hoe sterker en gezonder je dat maakt. Ook in grillige tijden zoals nu.’
“Net als HSK, zijn we een groot pleitbezorger van preventie om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te vergroten.” – Maaike
Automatische piloot
‘Maar hoe weet je wat voor jou gezonde keuzes zijn? In de drukte van alledag is het verleidelijk om op de automatische piloot te leven en te negeren wat je sterker kan maken. Mijn vader is arts en sinds ik me het heugen kan, zegt hij: “luister naar je lichaam, dat vertelt je zoveel”. Een hoofdpijn kan je er al op wijzen dat je even gas terug moet nemen. Maar doe dat maar eens, dat is best lastig. Ik merk het zelf ook. Van nature ben ik iemand die goed gedijt bij stress; op mijn scherpst ben ik bij grote uitdagingen die tijd en focus vragen. Alleen: eindeloos pieken, dat houdt mijn lichaam niet vol. Dus is het belangrijk dat ik op tijd ontspanning zoek. Tijdens de dagen op kantoor of bij klanten lukt me dat wel; dan pik ik in ieder geval mijn rustmomenten in de auto naar huis. Maar nu we met het gezin dag en nacht op elkaars lip wonen en werken, vind ik het ingewikkelder. Ik kan zo druk zijn met de mix van werken en me bemoeien met het wel en wee van de kinderen, dat ik mezelf vergeet.’
Gezonde keuzes
‘Het is dus al best een uitdaging om te luisteren naar wat je nodig hebt om je gezond te voelen, de volgende stap is om dat te delen met je omgeving. Krijg je in werk en privé de ruimte om te doen wat je sterker maakt? Kun je dat bespreken, mag je je kwetsbaar opstellen? Dit soort vitaliteits- en communicatievragen spelen ook bij onze klanten, en daar denk ik als adviseur Bedrijfszorg met hen over mee. Want naast zorgverzekeraar willen we een partner in gezondheid zijn. Net als HSK, zijn we een groot pleitbezorger van preventie om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te vergroten. Daar spannen we ons ook samen voor in. Zo bieden we verzekerden die even minder lekker in hun vel zitten, een gesprek met een HSK-psycholoog aan om zicht te krijgen op hun mentale gezondheid. Waar nodig krijgen ze ook tips waarmee ze hun leefkracht kunnen vergroten. Hoe meer en eerder je immers kunt voorkomen dat mensen uitvallen, hoe beter. Daar dragen we ook aan bij door klanten en hun medewerkers te helpen om gezonde keuzes te maken.’
Bespreekbaar
‘Intern stimuleren we dat natuurlijk ook. Zo hebben we alle Menzis-kantoren zo ingericht dat we met 1600 medewerkers zo gezond en prettig mogelijk kunnen werken. En nu in coronatijd zijn we er alert op dat thuiswerkers er goed bijzitten, met goede stoelen en coaching voor diegenen die zich even kwetsbaarder voelen. Zo bouwen we bewust met elkaar aan een cultuur waarin persoonlijke veranderingen bespreekbaar zijn. Zijn er problemen met geld, de zorg voor dierbaren of ligt iemand in scheiding, dan denkt de leidinggevende mee over een tijdelijke verlichting in de werklast, bijvoorbeeld. Waarmee we tijdig willen voorkomen dat mensen overbelast worden.’
Lange adem
‘Diezelfde proactieve houding adviseer ik onze klanten. Ik probeer ze te informeren en te inspireren. De ene keer wordt daar positief op gereageerd, de andere keer niet, en dat begrijp ik. Preventie is een kwestie van een lange adem. Maar ik ben ervan overtuigd dat alle zaadjes die we planten het bewustzijn vergroten. En corona trouwens ook. Door alle media-aandacht voor het belang van een gezonde leefstijl, krijg ik nu vaker dan ooit telefoontjes van klanten die vragen: “Maaike, kun je met ons meedenken?” Het gevoel van urgentie is toegenomen, en dat is een geluk bij een ongeluk. Want een leefkrachtiger Nederland kunnen we alleen met elkaar bouwen.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Een krachtige mentaliteit komt je niet aanwaaien
Niets is zo boeiend en uitdagend als het ontwikkelen van je mentale kracht, vindt Jan van Halst. Die fascinatie is hem goed van pas gekomen. Tijdens zijn voetbalcarrière én nu, als leiderschapscoach.
‘Op m’n 24e kreeg ik last van faalangst. Zo vrij en gefocust als ik door de week trainde, zo stijf van de spanning stond ik tijdens de wedstrijden. Bang om slecht te presteren, raakte ik in een kramp, waardoor mijn spieren na twintig minuten al verzuurd waren. Ik wist niet wat me overkwam. Mijn teamgenoten, trainers en fans bij FC Twente: iedereen kende me als die stoere, kale, hardwerkende middenvelder; dit paste totaal niet bij mij. Wat moest ik doen? Nu denk ik: waarom heb ik nooit tegen iemand gezegd dat ik dit probleem had en om hulp gevraagd? Maar topvoetbal was – toen nog meer dan nu – conservatief en macho, en ik durfde het niet toe te geven. Alle aandacht ging uit naar de lichaamsfitheid van het team; die moest tiptop getraind zijn. Maar je koppie? Daar was nauwelijks of geen aandacht voor, ook niet tussen spelers onderling.
“Alle aandacht ging uit naar de lichaamsfitheid van het team; die moest tiptop getraind zijn. Maar je koppie? Daar was nauwelijks of geen aandacht voor, ook niet tussen spelers onderling.” – Jan
Blij enthousiasme
‘Daarom ben ik op eigen houtje op zoek gegaan naar een oplossing. Ik las boeken over persoonlijke ontwikkeling en mentale gezondheid, verdiepte me in methodes om positief te denken en ontdekte bijvoorbeeld de kracht van visualiseren. Zo ben ik mezelf gaan aanleren om het blije enthousiasme dat ik tijdens trainingen had, over te brengen naar mijn zondagmiddagbeleving. Voor elke wedstrijd trok ik me in een kamertje terug en stelde me voor dat ik lekker plezier aan het maken was op het veld. Het gevoel dat die beelden losmaakten, nam ik vervolgens mee naar de wedstrijd. Hoe vaker ik dat deed, hoe beter het werkte. Zo verdween de faalangst steeds meer naar de achtergrond en kon ik weer ontspannen én gefocust wedstrijden spelen en optimaal presteren.’
Topfit
‘Sindsdien ben ik mijn mentale kracht altijd blijven trainen. En dat is me vaak van pas gekomen, bijvoorbeeld toen ik bij Ajax een seizoen op de bank belandde. Coach Co Adriaanse zag me niet staan en degradeerde me naar de zogenaamde “kleedkamer 2”. Oké, ik kan nu twee dingen doen, bedacht ik: ik kan boos en ontdaan de handdoek in de ring gooien en me helemaal niet meer inzetten. Of ik kan dichtbij mezelf blijven en met een grote glimlach keihard blijven trainen, zoals ik dat altijd gedaan heb. Ik besloot dat ik me het plezier in voetbal door niemand liet afnemen, en ben er, ondanks de teleurstelling en frustratie, voor blijven gaan. Ook al speelde ik niet in het eerste, ik was en bleef topfit. Dat zag Ronald Koeman, onze volgende coach, en wat deed hij? Hij haalde me meteen weer naar het eerste en ik heb daarna een superseizoen gehad, met zowel de landstitel als de KNVB-beker als resultaat. Dat was zo’n overwinning op mezelf!’
Vooruitkomen
Sinds ik ben gestopt met topvoetbal, train ik teams binnen het bedrijfsleven en zet ik graag mijn kennis en ervaring in om mensen beter te maken. Vaak neem ik ze letterlijk mee naar een voetbalclub; de dynamiek van de kleedkamer en het veld heeft namelijk zoveel parallellen met die op de werkvloer. Iets wat in al mijn sessies naar voren komt, is het belang van een sterke mentale conditie. Want net als in de topsport, willen mensen in het werk hun kwaliteiten benutten en vooruitkomen; dat zit nu eenmaal in onze aard. En echt, dan kun je nog zo getalenteerd en inhoudelijk bedreven zijn, een krachtige mentaliteit brengt je aanmerkelijk verder. Maar die komt je niet aanwaaien, zeg ik altijd; je kop is een spier die je moet trainen. Je moet jezelf willen kennen en uitdagen, en dat is een dynamisch proces van vallen, opstaan en vooruitkomen. En vooral ook: lol hebben. Want het is ook gewoon leuk om met je bovenkamer bezig te zijn, vind ik. Net als fysiek bewegen, stimuleert het om mentaal in ontwikkeling te blijven en sterker te worden. Als individu en als team.’
Jan Van Halst (1969) voetbalde bij FC Utrecht, FC Wageningen, FC Twente, Ajax en Fortuna Sittard. Sinds hij in 2003 bij Vitesse zijn carrière beëindigde, bekleedde hij verschillende commerciële functies. Tegenwoordig werkt hij als analist voor TV en runt hij samen met compagnon Bart Nijhuis coachingsbedrijf Van Baas naar Coach.
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Een optimistische mindset kun je trainen
Hoe positiever je leert kijken naar jezelf en het leven, hoe steviger je in je schoenen staat, óók bij tegenwind. Lot Berkhout (29) wist dat al door haar werk als HSK-psycholoog, maar ondervond ook zelf hoe een optimistische mindset je sterker maakt.
‘Vanuit mijn vak en interesse ben ik altijd al bezig met mentale gezondheid. Lang werd dat in de wetenschap gezien als de afwezigheid van psychische klachten, maar inmiddels weten we dat het zoveel meer is. Door je positieve kanten te versterken, bevorder je je welbevinden en veerkracht, waardoor je je mentaal vitaler voelt: dat is de essentie van positieve psychologie, een stroming die de afgelopen decennia enorm in belangstelling is toegenomen en waarvan talloze studies het gunstige effect op gezondheid, relaties en werk hebben bewezen.’
“Het gaat vooral om het bewustzijn dat een positieve instelling je beter in staat stelt om met tegenslag om te gaan, en dat dat een vaardigheid is die je kunt trainen.” – Lot
Bewustzijn
‘Overigens – en dat wil ik benadrukken – betekent dat niet dat je geen verdriet meer mag hebben of geen moeilijkheden kunt ervaren. Een optimistische mindset is niet zomaar een knopje dat je even aan of uit zet. Het gaat vooral om het bewustzijn dat een positieve instelling je beter in staat stelt om met tegenslag om te gaan, en dat dat een vaardigheid is die je kunt trainen.’
Profijt
‘Samen met een collega heb ik nu een training ontwikkeld die precies daarover gaat: over het aanspreken en versterken van je kracht, talenten en weerbaarheid, waarmee je als mens en medewerker steviger in je schoenen staat. In vijf individuele sessies met een psycholoog leren deelnemers hun positieve kanten, emoties en relaties te onderzoeken en te vergroten, net als hun gevoel van zingeving en succes. Ik gun iedereen deze training en ben blij dat ik mijn expertise en eigen ervaringen op deze manier kan inzetten. Zelf heb ik vorig jaar namelijk veel profijt gehad van de kracht van positieve psychologie. Ik bleek ernstig ziek. Wat tot dan toe zo “normaal” was, leek opeens buiten mijn bereik: mijn gave baan, de postdoctorale opleiding waar ik een felbegeerde plek had kunnen bemachtigen, mijn toekomstplannen. Intens was het, ook voor mijn omgeving. Maar ja, ik moest ermee dealen, ik had geen keus.’
Krachtiger
‘In het begin voelde ik me vooral moedeloos en verdrietig. Tot ik bedacht: wat zou ik nu als psycholoog tegen mijn cliënten zeggen? Wat zou hen helpen? Het begon me te dagen dat ik er ook anders mee kan omgaan, positiever. Door me minder te richten op alles wat de ziekte me kan afpakken, maar vooral op wat deze periode me brengt. Ik besloot dagelijks te registreren waar ik dankbaar voor ben, wat er wel is. Wat heb ik toch een mazzel met mijn fijne relatie, familie, vrienden en werk, realiseerde ik me. En met mezelf, dat ik dit allemaal voor elkaar boks. Alleen al dat besef maakte dat ik me zoveel krachtiger voelde.’
Verrijking
Door me te focussen op positieve gebeurtenissen en emoties, verdween de angst naar de achtergrond. Onzekere buien had ik nog geregeld, maar de doemscenario’s beheersten me niet meer. Heus had ik mijn ziekte kunnen missen als kiespijn, maar – eenmaal hersteld – besef ik ook wat het me heeft opgeleverd: ik voel me wijzer, relaxter én sterker. Wat me ook gebeurt, ik weet dat ik uit een ander vaatje kan tappen, dat van kracht. Dat is zo’n verrijking.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Er valt zoveel leed te voorkomen
Maar liefst 35 procent van de medewerkers die uitvallen, kampt met mentale klachten. Zonde én onnodig, vindt bedrijfsarts en wetenschapper Jurriaan Blekemolen (54). ‘De sleutel is preventie’.
‘In mijn dertig jaar als bedrijfsarts, heb ik de werkvloer drastisch zien veranderen. De druk is toegenomen; er worden hogere eisen gesteld aan medewerkers en hun inwisselbaarheid is groot. Vroeger kende je nog jobs for life, met de zekerheid van één loopbaan bij één werkgever. Zijn er nu problemen, dan nemen werkgevers en medewerkers makkelijker afscheid van elkaar. Die dynamiek zie je terug in de uitvalcijfers. Vroeger meldden medewerkers zich vooral ziek met lichamelijke klachten, nu is dat andersom. 35 procent van het verzuim is mentaal, wijst recent onderzoek uit.’
“Daarom heb ik er mijn missie van gemaakt om medewerkers en werkgevers alert te maken op stressklachten, risico’s en mogelijke oplossingen.” – Jurriaan
In stappen
‘Dat is zonde en onnodig, is mijn overtuiging. Van de duizenden mensen met een burn-out die ik heb begeleid, weet ik dat hen – als zij de stresssignalen eerder hadden herkend en serieus genomen – een lang herstel bespaard was gebleven. Je raakt namelijk niet van de een op de andere dag overbelast, dat gaat in stappen. Het begint met algemene stress door werkdruk, dat kennen we allemaal wel: zo’n hectische dag of week, waarna je moet bijtanken. Lukt dat niet en stapelt de stress zich op, dan volgt er een overspannenheid-in-wording: “even bijslapen” is niet meer genoeg, je begint te wankelen. Fase drie is die van geestelijke en lichamelijke uitputting; je voelt je compleet uitgeblust en niet meer jezelf. Dan heb je een burn-out.’
Alert
‘Lukt het om in de eerste fases in te grijpen, dan is het evenwicht nog goed te herstellen zonder uitval. Het probleem is alleen dat mensen het vaak niet voelen aankomen. Ze zijn zo druk met overleven en weten niet op welke signalen ze moeten letten of hoe ze deze kunnen bijsturen. Bewustwording is cruciaal, merk ik telkens weer. Daarom heb ik er mijn missie van gemaakt om medewerkers en werkgevers alert te maken op stressklachten, risico’s en mogelijke oplossingen. Wat bijvoorbeeld goed werkt, is het Preventieve Vragenonderzoek Psychosociale Belasting, dat ik samen met HSK bij diverse organisaties uitvoer. Daarin peilen we de werkdruk, stressgevoeligheid en herstelbehoefte van medewerkers, waarna we aanbevelingen doen voor interventies.’
Tijdige ingreep
‘Zo’n preventieve check-up leidt vaak tot waardevolle eyeopeners. Zo onderzochten we bij een organisatie de mentale conditie van medewerkers na de eerste coronagolf. Wat bleek? Juist de thuiswerkers hadden het zwaar, omdat het gebrek aan goede kantoorvoorzieningen en de hectische mix van werk en gezin hen tureluurs maken, gaven zij aan. Nuttige informatie voor het management, natuurlijk, dat met gerichte aandacht voor deze groep ziekteverzuim in de kiem wist te smoren. Ook bij vrachtwagenchauffeurs zagen wij dat een “simpele”, tijdige ingreep al genoeg kan zijn. We ontdekten daar dat vooral de rijders met de meeste nachtroosters stress ervoeren. Met aanpassingen in het roosterbeleid was dat probleem snel opgelost.’
Motivatie
‘Dat is het nut van preventie: als je tijdig stress herkent en bespreekbaar maakt, zijn er geen ingewikkelde interventies nodig. De motivatie van de werkgevers is hier wel bepalend in, merk ik. Daarom ben ik aan het promoveren op dit onderwerp. Met onderzoek aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam wil ik aantonen hoezeer het loont om tijdig de risico’s op mentale klachten op te sporen. Hoe eerder preventie een normale praktijk wordt, hoe beter, wat mij betreft. Er zijn genoeg werkgevers die pas in actie komen wanneer medewerkers zich ziek melden. Terwijl een gesprek met een leidinggevende over het anders uitvoeren en indelen van werk of een kortdurende coaching de balans al kan herstellen.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Eindelijk durfde ik te denken: wat wil ik nou eigenlijk zelf?
Tegenslag op het werk of thuis? Tineke deed nooit anders dan zich schrap zetten en monter doorgaan. Totdat ze, na een lange strijd, opgebrand raakte en moest dealen met de harde lessen van een burn-out. ‘Nooit had ik mezelf de tijd gegund om dieptepunten en stress te verwerken.’
‘Opluchting: dat voelde ik vooral tijdens mijn eerste gesprek met HSK-psycholoog Hinke. Ik had zo’n behoefte aan iemand die mij hielp om rust en overzicht te krijgen. Door haar scherpe vragen hielp ze me meteen al flink op weg. “Wat heb jíj nodig?”, informeerde ze telkens, wanneer ik vertelde over lastige situaties. “Ik?”, reageerde ik dan verbaasd. Die vraag had ik mezelf nog nooit gesteld. Me flink houden en doordenderen, dát is wat ik altijd deed. Tot een burn-out aan toe.’
“Stap voor stap ging de scherpe pijn van mijn emoties af en leerde ik te durven voelen.” – Tineke
Dienstbaar
‘Jarenlang ben ik leidinggevende geweest van een logeeropvang voor gehandicapte kinderen. Elke keer raakte het me weer als ik de last van ouders af zag vallen, wanneer zij beseften dat hun kind bij ons in goede handen was en zij even op adem konden komen. Geweldig vond ik het om een gezin zo te kunnen ondersteunen met ons gespecialiseerde team; mijn ziel en zaligheid stopte ik in mijn werk. Totdat er vijf jaar geleden een nieuwe wind ging waaien in de zorg en we, ook op onze afdeling, steeds meer werk met steeds minder ervaren mensen moesten doen. In één klap kregen we zoveel onrealistische verwachtingen over ons uitgestort. Ik werd vooral boekhouder en lobbyist; aandacht schenken aan mijn team, de ouders en kinderen schoot er steeds meer bij in. Energievretend en frustrerend was het, en ik wist niet hoe ik dat kon veranderen. Van nature ben ik dienstbaar en wil het iedereen naar de zin maken. Hoe moest ik dat dan nu doen? Zag ik het bovendien wel goed? Met de dag werd ik onzekerder en herkende mezelf niet meer. Ondertussen nam ik ook de zorg op me voor mijn moeder die niet lang meer te leven had. Ik sliep slecht, had een kort lontje, kreeg allerlei kwaaltjes. Soms zat ik misselijk achter mijn laptop, zo moe was ik. En toch ging ik door.’
Oud zeer
‘Uiteindelijk stortte ik in. Na een onschuldige vraag van mijn man, barstte ik op een dag in huilen uit en kon niet meer stoppen. Ik moest me wel ziek melden. De bedrijfsarts die mij als vlotte leidinggevende kende, zag het meteen: “Ik adviseer je naar HSK te gaan, want hier is meer voor nodig dan een weekje slaap”, zei ze. Ik kon terecht bij Hinke op de HSK-locatie in Alkmaar, en voelde me als een vulkaan die leegliep. Alles kwam er in onze sessies uit, ook veel oud zeer. Nooit had ik mezelf de tijd gegund om dieptepunten en stress te verwerken. Hinke nam het heft in handen en pakte alle onverwerkte gebeurtenissen een voor een op, hetzij via cognitieve therapie, hetzij via andere technieken zoals EMDR. Stap voor stap ging de scherpe pijn van mijn emoties af en leerde ik te durven voelen.’
Blij
‘Op een goed moment vroeg Hinke: “Hoe zie je je toekomst? Wil je terug als clusterhoofd?”. Alles in me schreeuwde: “Nee! Waarom zou ik mezelf dat weer aandoen?”. Toen ik dat kenbaar maakte binnen onze organisatie, vielen er tien kilo’s van me af. Ik kreeg alle begrip en medewerking en kon aan de slag als assistent clusterhoofd. Mijn leidinggevenden zijn blij met me en ik ook, want ik weet en doe alles, maar om vijf uur ’s middags kan ik zorgeloos naar huis, terwijl zij de last van de eindverantwoordelijkheid blijven voelen. Eindelijk heb ik durven denken: wat wil ik nou eigenlijk zelf? Dat ik nu keuzes maak die bij mij passen, voelt zo goed.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Ik help mensen hun beste versie te worden
Jezelf ontwikkelen en versterken in je werk? Dat begint met inzicht in je drijfveren, valkuilen en keuzes, weet HSK-coach Marieke Vermeulen-Pernet, die medewerkers daarbij begeleid. ‘Dan zie ik hun wereld opengaan, dat is zo mooi om te zien.’
‘Ik zie ze geregeld: medewerkers die op hun tandvlees hun uren maken en voelen dat het wringt, maar niet weten hoe ze dat bij kunnen sturen. Dan bellen zij bijvoorbeeld hun geliefde sportles af om de hele avond achter hun laptop te duiken, worden dagelijks wakker met het knagende gevoel dat ze meer uit hun baan zouden kunnen halen of zeggen altijd ja en voelen zich toch tekortschieten. Dit soort worstelingen is dan ook een belangrijk thema in mijn coaching: hoe maak je keuzes die bij je passen en wat staat je in de weg om te doen wat goed voor je is? Maar ook de vraag “waar wil ik heen?” komt vaak aan de orde. Dan nemen we de positieve kwaliteiten onder de loep en hoe en waar je die kunt inzetten. Door daar duidelijkheid in te scheppen en handvatten te geven, help ik coachees om hun beste versie te worden.’
“Bij mensen die hun tennisles afzeggen om tot diep in de nacht door te werken, bijvoorbeeld, zouden flink wat alarmbellen moeten afgaan.” – Marieke
Stap opzij
‘Doorgaans staat en valt dat met beseffen en accepteren hoe je in elkaar steekt; dat je je kracht en valkuilen kent, zodat je daar tijdig op kunt inspelen. Zelfkennis helpt je je balans op orde te houden, maar makkelijk is dat niet. Dat merk ik zelf ook: ik heb een leuke, veelzijdige baan die ik combineer met een jong gezin. Enthousiast als ik ben, hap ik het liefst gretig toe op alle uitdagingen die voorbijkomen. Maar ik heb geleerd om daarin te doseren. Als ik de neiging voel opkomen om te veel op mijn bordje te nemen, doe ik een stap opzij en bedenk: ik wil dit, maar kan het ook? Wat gaat het brengen en wat gaat het me kosten? Vooral die laatste vraag vergeten mensen zichzelf vaak te stellen, merk ik tijdens coachings. Daardoor komen ze in situaties terecht, waarin ze bovenmatig veel van zichtzelf vragen, niet lekker in hun vel steken en op alle vlakken minder presteren.’
Alarmbellen
‘Ben je uit balans, dan is het de kunst om dat zo vroeg mogelijk te herkennen, zodat je kunt terugveren. Bij mensen die hun tennisles afzeggen om tot diep in de nacht door te werken, bijvoorbeeld, zouden flink wat alarmbellen moeten afgaan. Want waarom offeren ze juist datgene op wat hen energie geeft? Vaak blijkt daar een angst onder te zitten, zo van: “anders vinden mijn collega’s me suf” of “anders loop ik de kantjes ervan af”. Bij mij kunnen ze die angst toetsen: klopt die wel? Of is het een angst van vroeger, toen het even niet lekker liep op school? Allemaal zijn we geneigd nadelige keuzes te maken op basis van oude of irreële overtuigingen. Op diverse manieren – van oefeningen en visualisaties tot het spiegelen van hun gedrag en scherp doorvragen – help ik coachees daar anders naar te kijken, zodat ze de weg vrij kunnen maken voor keuzes die passen bij hun heden. Vaak valt dan het kwartje en realiseren ze zich: “hee, ik mag dus mijn grenzen aangeven”, “hee, ik mag dus werk maken van die promotie”, “hee, ik mag dus voor mezelf zorgen”. Er gaat dan een wereld open, dat is zo mooi om te zien.’
Gretigheid
‘Ieder mens is uniek en dat geldt ook voor een coachingtraject. De hulpvraag en doelen van de coachee zijn leidend; daarop stem ik mijn begeleiding af, dat is maatwerk. Maar wat voor alle trajecten geldt, is de gretigheid waarmee de mensen mijn praktijkruimte binnenstappen. Voor gewoon een gezellig gesprek of medeleven komen ze niet; allemaal willen ze vakkundig bevraagd en getriggerd worden om zich verder te ontwikkelen. Barstend van de motivatie, slurpen ze de inzichten op. Dat maakt het coachen zo dankbaar.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Vitaliteit draait bovenal om aandacht
Een vitale organisatie heeft vitale medewerkers nodig, is de overtuiging bij Sanquin. Bijdragen aan hun mentale gezondheid staat dan ook hoog op het lijstje van Mandy Hijne-Weltevreden en haar HR-collega’s: ‘Hoe krachtiger je je in je hoofd voelt, hoe positiever je in het leven staat en functioneert.’
‘Elke keer kriebelt het weer als ik onze naam voorbij zie komen in het nieuws: wat doen we toch een mooie dingen, denk ik dan, en voel me trots. Ik ben vast niet de enige die zo reageert; de maatschappelijke relevantie van ons werk trekt nu eenmaal bevlogen medewerkers. Sanquin is dan ook best uniek: als een van de weinige organisaties ter wereld hebben we medische, diagnostische én wetenschappelijke activiteiten onder een dak, allemaal op het gebied van bloed. Met 3000 medewerkers en 350.000 donors kunnen we zo een beter leven geven aan zo’n 300.000 patiënten per jaar.’
“Wat mij betreft wordt een bezoek aan de psycholoog als net zo normaal gezien als een abonnement op de sportschool of een bezoek aan de kapper.” – Mandy
Flexibel en weerbaar
‘Met de coronacrisis is ons werk nog hectischer geworden, omdat we een grote rol spelen in het gevecht tegen het virus. Zo nemen we plasma af bij herstelde coronapatiënten om vanuit de antistoffen een geneesmiddel te kunnen ontwikkelen; daar zijn 16.000 ex-patiënten voor nodig. Daarnaast ondersteunen we bij de landelijke tests op Covid-19. Op flink wat afdelingen is de werkdruk van de een op de andere dag toegenomen, en tegelijk zijn er groepen medewerkers die moeten omgaan met een andere realiteit: zij mogen niet op locatie werken en zitten opeens dagelijks thuis waar zij een nieuw ritme moeten zien te vinden tussen werk en privé. Dat zij flexibel en weerbaar zijn, is nu extra belangrijk. Daar proberen we hen als organisatie zoveel mogelijk bij te ondersteunen.’
In balans
‘Ook zonder coronapiek deden we dat. Om ons dynamische werk goed te kunnen doen, hebben we vitale medewerkers nodig die energiek en gemotiveerd zijn en mee kunnen in veranderingen. Als werkgever heb je daar een grote verantwoordelijkheid in, vinden we. Vitaliteit, volgens ons, betekent onder andere dat hoofd en lichaam met elkaar in balans zijn. De mentale gezondheid vormt daar een belangrijk onderdeel van; hoe krachtiger je je immers in je hoofd voelt, hoe positiever je in het leven staat en functioneert. Lange tijd is het in Nederland taboe geweest om daar hulp bij te zoeken; alsof je maar beter niet kunt vertellen dat je gesprekken met een psycholoog voert. Wat mij betreft wordt een bezoek aan de psycholoog als net zo normaal gezien als een abonnement op de sportschool of een bezoek aan de kapper. Want het draagt toch allemaal bij aan zelfzorg? En dat is – zeker in de hoge-druk-maatschappij waarin we tegenwoordig leven – een voorwaarde om staande te blijven.’
Aandacht
‘Bij Sanquin initiëren we dan ook van alles om medewerkers en leidinggevenden bewust te maken van hun mentale gezondheid. Via workshops, trainingen, bijeenkomsten en online modules willen we benadrukken hoe belangrijk het is dat je bij jezelf stilstaat, weet hoe je in elkaar steekt, waar je tegenaan loopt en van opveert. En: dat je er vrijuit over kunt praten. Vanuit die overtuiging leiden we ook onze leidinggevenden op. Met als doel dat zij er de gesprekken over kunnen voeren. Niet met de taakuitvoering als insteek, maar de persoon zelf; wij noemen dat “het werkvermogen” van de medewerker. “Hoe gaat het met je?”, dat is zo’n belangrijke vraag. Dat er plek is om eventuele zorgen te uiten. Vitaliteit draait bovenal om aandacht: voor jezelf en de ander. Zodat je op tijd de signalen herkent die je uit balans brengen, dat aangeeft en kunt bijsturen. Neem als voorbeeld een medewerker die mantelzorgt voor zijn vader en samen met de leidinggevende in gesprek gaat over de mogelijkheden om dat met zijn werk te combineren. Die ruimte kan al zoveel doen om langdurige overbelasting te voorkomen.
Samenwerking
‘Mocht er wel sprake zijn van uitval, dan kunnen medewerkers bij ons terecht in een HSK @Work-traject, waarin zij worden begeleid naar terugkeer op het werk. Wat ik zo fijn vind, is dat ze niet eindeloos op een wachtlijst belanden, maar al binnen tien dagen begeleiding krijgen. Dat is zo cruciaal, want hoe langer je rondloopt met mentale klachten, hoe langer het duurt voor je weer terug bent. Dat de HSK-psychologen de leidinggevenden zo nauw betrekken in het traject, vind ik een ander voordeel. Op die manier voelt het herstel meer als een samenwerking, en zijn zowel medewerker als leidinggevende na terugkeer alert op het vervolg en de manieren om in balans te komen en te blijven.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
We willen onze medewerkers een lange adem geven
Hoelang de coronacrisis gaat duren? Niemand die het weet. Daarom blijft het Delftse Reinier de Graaf Ziekenhuis investeren in extra psychosociale zorg voor zijn 2600 medewerkers. ‘Niet alleen tijdens de eerste golf, maar juist ook daarna’, benadrukt HR-manager Ramses van Rijn.
‘Medewerkers met een zorghart denken aan iedereen behalve aan zichzelf en hebben moeite met het bewaken van hun grenzen. Dat viel me meteen op, toen ik hier een jaar geleden startte als HR-manager. De mentale belasting van hun werk is bovendien groot; samen met hun “gevende” inborst zorgt dat voor uitval. Om te ontdekken wat medewerkers nodig hebben, waren we binnen ons ziekenhuis al een traject gestart, gericht op persoonlijk contact. In kleine groepssessies bespraken we wat er leefde. En toen kwam de coronacrisis, die psychosociale begeleiding nóg urgenter maakte.’
Vak apart
‘Van de ene op de andere dag werd onze dagtaak: schakelen, crisismanagement, coronazorg optuigen. En dat betekende natuurlijk: veel schuiven met personeel. Zuid-Holland en Noord-Brabant werden relatief het zwaarst getroffen; hier in Delft deden we dus volop mee in de coronapiek. Wekenlang hebben onze IC en 3 COVID-afdelingen volgelegen. Ik kan me nog goed herinneren hoe, net na de uitbraak, een IC-arts bezweet bij ons crisisteamoverleg aanschoof om zijn ingrijpende ervaringen te delen. Direct wisten we: de frontlinie-afdelingen krijgen zoveel te verstouwen, daar hebben ze extra gespecialiseerde steun bij nodig. We hebben zelf bedrijfsartsen en psychologen in huis, maar traumaopvang is een vak apart; die moet je extra organiseren, zeker met zulke piekbelastingen. Dat besluit viel op een zondag. Maandag stonden de HSK-experts bij ons op de stoep.
“Zo willen we preventief inspelen op wat sluimert onder medewerkers; hen de kans te geven bij zichzelf stil te staan en zich te trainen in een lange adem.” – Ramses
Dreiging
‘Samen met HSK, kozen we ervoor om de mensen op de IC, spoedeisende hulp en de corona-afdelingen een directe debriefing en traumahulp aan te bieden. Dagelijks prikten we een moment om te kijken of dat voldeed en waar eventueel extra hulp nodig was. Specifieke aandacht hadden we bijvoorbeeld voor de medewerkers van de Operatiekamer (OK), die vanwege hun specialistische vaardigheden op de IC werden ingezet. Voor hen was de frontliniedynamiek een grote overgang. Op een OK overlijden er zelden patiënten; nu lag die dreiging continu op de loer. Hoe ga je daarmee om? Maar ook om stoom af te blazen konden zij mentale ondersteuning aanvragen.’
‘Nu bekeken, zijn we net in controle gebleven, maar wel met een volle inzet van onze medewerkers. Dat zegt alles over hun flexibiliteit en bereidheid. De meerderheid heeft aangegeven tijdens een volgende coronagolf weer inzetbaar te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de zorg en aandacht die we met HSK hebben kunnen bieden, daar flink aan heeft bijgedragen.’
Mentale conditie
‘Maar we zijn er nog niet. Deze crisis is uniek; er is geen kop en geen staart, niemand weet wat eraan komt. Hoe bereid je 2600 man daarop voor? Om een inschatting te maken van hun mentale conditie, onderzoeken we nu samen met HSK de impact van de coronacrisis op al onze medewerkers. Via vragenlijsten peilen we hoe ze hun werkdruk en stress ervaren en wat hun herstelbehoefte is. Medewerkers in de risicozone krijgen een aanvullend mental check up-gesprek met één van de HSK-psychologen en eventuele extra begeleiding. Zo willen we preventief inspelen op wat sluimert onder medewerkers; hen de kans te geven bij zichzelf stil te staan en zich te trainen in een lange adem. Zodat we – als het zover komt – een volgende coronagolf het hoofd kunnen bieden. Met z’n allen.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Ik ben mondiger en krachtiger geworden
Zie na ziekte maar eens te re-integreren tijdens een turbulente reorganisatie. Dat lukt alleen wanneer je je grenzen kent en kunt aangeven. Natasja de Knecht leerde dat door schade en schande. Maar vooral door doelgerichte coaching. ‘Lang had ik de overtuiging dat ik alles in mijn eentje moest oplossen.’
‘Vol enthousiasme heb ik altijd in de zorg gewerkt. Ik ben een spring in het veld, die barst van de energie. Toch raakte ik vorig jaar uitgeput. In 2018 zouden alle vestigingen van onze instelling zelf-organiserend gaan werken. Ik werd verantwoordelijk voor twee locaties. Alles bij elkaar kreeg ik zestig man onder mijn hoede, die zich de nieuwe werkwijze nog helemaal eigen moest maken. Voor mij betekende dat een forse functieverzwaring, maar ik had er zin in. Ik was net hersteld van een operatie en was blij dat ik weer aan de slag kon. “Kom maar op”, dacht ik nog.
“Laatst zei een collega: Je straalt zoveel meer rust en kracht uit.” – Natasja
‘Ik heb me er flink op verkeken. Alles was nieuw voor iedereen, en dat wekte veel weerstand op; van samenwerken was weinig sprake. Zo’n reorganisatie kun je gewoon niet van de één op andere dag uitvoeren, ontdekte ik al snel. Een jaar lang werkte ik voor tien. Totdat ik op een dag een black-out kreeg op het toilet. Mijn vriend hoorde een bonk, zag mij op de grond liggen en heeft meteen de ambulance gebeld. Diagnose in het ziekenhuis: langdurende stress.’
Schuldgevoel
‘De weken erna vond ik het moeilijk om toe te geven dat ik het niet volhield. Af en aan lag ik in bed en ging dan toch weer aan het werk. Het schuldgevoel vrat aan me, want als manager weet je: het kost bakken met geld als iemand thuiszit. Op advies van een psycholoog die ik zelf inschakelde, heb ik me toch helemaal ziekgemeld. De koek was op. Door de gesprekken begon ik te beseffen hoe streng ik voor mezelf ben en hoe graag ik belangrijk wil zijn voor anderen, terwijl ik mijn eigen behoefte opzijzet.’
‘Na de zomer keerde ik terug voor halve dagen, maar wel weer op twee nieuwe locaties. Ik voelde meteen: daar ben ik nog niet mondig en krachtig genoeg voor; ik heb begeleiding nodig. Via mijn werkgever kon ik terecht bij een coach van HSK, dat was een schot in de roos. Er was meteen een klik met mijn coach Marieke; ik voelde me veilig bij haar en haar praktische en persoonlijke aanpak. Het hielp om alles van A tot Z vertellen. Er was een soort erkenning voor de heftige periodes die ik heb meegemaakt. Ik heb de neiging daaraan voorbij te rennen, maar door het besef van het totaalplaatje ging ik milder naar mezelf kijken. De boog hoeft niet altijd gespannen te staan, realiseerde ik me.’
‘Daarnaast kreeg ik oefeningen, die ik meteen kon toepassen op mijn dagelijkse werk. Voor lastige gesprekken, bijvoorbeeld, filterden we samen uit waar ik zo tegenop zag en waarom. Zo bleek ik me vaak in bochten te wringen om conflicten te vermijden, en zat de overtuiging dat ik alles zelf moet oplossen me in de weg. Door die inzichten en met behulp van gerichte gesprekstechnieken leerde ik me beter uit te spreken over mijn standpunten en behoeften. Ik ging beter voor mezelf zorgen.’
Rust
‘In februari was ik honderd procent hersteld. Ik sta er weer, voelde ik. Maar alsof de duvel ermee speelde, kwam corona en dook ik weer vol de turbulentie in. Het goede nieuws is dat ik er hartstikke goed doorheen ben gekomen. Sterker nog: de manier waarop ik mijn team door de crisis heb gesleept, wordt binnen onze organisatie als een voorbeeld genoemd. Natuurlijk heb ik nog steeds mijn kwetsbare momenten, maar die herken ik nu en kijk dan wat ik nodig heb. Laatst zei een collega: “Je straalt zoveel meer rust en kracht uit”. En ja, zo voel ik het ook.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort
Het is ook wel heftig wat we doen
Hoe blijf je fris en veerkrachtig wanneer je dagelijks beelden checkt op seksueel kindermisbruik? Dagmar Gouka en haar collega’s van het Meldpunt Kinderporno zijn extra scherp op hun mentale gezondheid, onder meer door regelmatige screenings. ‘We waken ervoor om af te stompen.’
‘Kinderen in nood redden en strijden voor gerechtigheid: dat waren mijn doelen, toen ik in 2018 bij het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) kwam werken. We zijn een stichting die zich inzet voor het bestrijden en voorkomen van seksuele uitbuiting van minderjarigen. Het Meldpunt Kinderporno dat ik begeleid, is daar een onderdeel van. Met acht analisten beoordelen we of gemeld beeldmateriaal van kindermisbruik op het internet strafbaar is. Is dat het geval, dan geven we dat door aan de politie, en in samenwerking met de internetproviders zorgen we ervoor dat de beelden zo snel mogelijk van het internet verdwijnen. We doen wat we kunnen en doen dat met hart en ziel, maar soms voelt het ook als dweilen met de kraan open. Het aanbod van online beeldmateriaal is zo groot en blijft maar groeien. Dat geldt ook voor het aantal meldingen; vorig jaar waren dat er 308.000. Gelukkig merk ik ook dat we door technologische ontwikkelingen steeds slagvaardiger kunnen optreden.’
“Ik zie deze Mental Check Ups echt als onderhoud. Dat gun ik iedereen eigenlijk.” – Dagmar
Afstand
‘Zo’n vier tot zes uur per dag kijken wij – ik ben als teamleider ook nog steeds analist – naar de beelden die worden gemeld. Dat is echt het maximum dat we stellen. De andere helft van de dag richten we ons op minder belastende werkzaamheden. We moeten onze taken doseren, want het is ook wel heftig wat we doen. Om dit werk aan te kunnen, moet je echt afstand kunnen bewaren tot het materiaal en er vooral met een juridische en internet-technische pet op naar kunnen kijken. Het is de kunst om niet emotioneel betrokken te raken. Daar zijn we scherp op, bij onszelf en bij elkaar. We steken veel energie in ons team, delen een drive om de wereld een beetje beter te maken, weten van elkaar waar we goed en minder goed in zijn. Omdat we de details van ons werk niet met de buitenwereld kunnen delen, doen we dat des te meer met elkaar. Onze pauzes nemen we altijd samen, en maandelijks hebben we een uitgebreid overleg waarin we elkaar rechtstreeks bevragen: “hoe zit je in je vel, wat doet het werk met je?” Iedereen kan dan zijn verhaal kwijt.’
Mentale veerkracht
‘Het risico om af te stompen en cynisch te raken is natuurlijk groot. Ook ligt er een Post Traumatisch Stress Syndroom op de loer, omdat het lastig kan zijn om beelden en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. Om dat te voorkomen, voeren we allemaal eens in de vier maanden verplicht een gesprek met een psycholoog van HSK die ons screent op psychische klachten en onze mentale veerkracht. Alles wat we daarin bespreken is vertrouwelijk en het is ook telkens met dezelfde persoon. Fijn vind ik dat, omdat ze je zo ook echt volgt en kan inhaken op aandachtspunten uit eerdere sessies. Privé en werk komt aan bod. Zit me in mijn vrienden- of familiekring iets dwars, dan bespreken we dat, omdat dat natuurlijk ook mijn beoordelingsvermogen op het werk beïnvloedt. En wanneer ik als teamleider ergens tegenaan loop, bijvoorbeeld in de communicatie met collega’s, geeft de HSK-psycholoog me praktische tips om dat te veranderen.’
Onderhoud
‘Ik zie deze Mental Check Ups echt als onderhoud. Dat gun ik iedereen eigenlijk, ook buiten het EOKM. Dat je regelmatig spart met een expert en checkt: hoe voel ik me, ben ik goed bezig, kunnen dingen anders? Al met al geeft het me rust om zo in de gaten gehouden te worden, ook voor het team als geheel. Want zijn er signalen dat iemand van ons vastloopt, dan weet je dat diegene daar op tijd op kan inspelen.’
Credits:
Interview en tekst: Teus Lebbing
Fotografie: Malou van Breevoort